Edward Jacobson
Edward Jacobson in 1928.
Foto uit L.F. de Beaufort, Levensbericht E.R. Jacobson, in: Jaarboek, 1947-1948, Amsterdam, pp. 159-162.
Edward Jacobson
(Frankfurt am Main, 20 maart 1870 – Semarang, kamp Halmaheira, 29 december 1944)
Edward Richard Jacobson werd geboren op 20 maart 1870 in Frankfurt, waar zijn Nederlandse ouders toen waren gevestigd. Hij had één oudere zus, Maria Rosalie, en kreeg later nog een jonger broertje en zusje, Arthur Rudolf en Leonora Eugenie. De roepnaam van Edward Richard was vermoedelijk Edward.
Edward kwam uit een welgestelde familie die haar fortuin maakte in Nederlands-Indië. Zijn opa was de grote koffiemakelaar Leonard (Levien) Jacobson, oprichter van de koffiemakelaardij Leonard Jacobson & Zonen. Een broer van zijn opa introduceerde de theecultuur op Java. Edwards vader, die ook Edward Jacobson heette, richtte in 1868 samen met de Erasmiaan Henri van den Berg het handelshuis Jacobson & Van den Berg op. Het hoofdkantoor was gevestigd in Rotterdam. Ook Edwards moeder, Maria Johanna Wilhelmina Zoetelief, had banden met Nederlands-Indië: haar vader was de resident (hoofd van een gewest) van Banjoemas en Soerakarta.
Erasmiaans Gymnasium en interesses
Toen Edward twaalf jaar was, in mei 1882, verhuisde het gezin vanuit Zwitserland naar Rotterdam. Mogelijk was dit vanwege de dood van Edwards vader in 1881: deze stierf op veertigjarige leeftijd in Zwitserland. Hij liet een vrouw en vier jonge kinderen achter. Het vaderloze gezin kwam te wonen op het adres Stationsweg 29.
Een jaar later, in september 1883, kwam Edward in de eerste klas van het Erasmiaans Gymnasium. In juni 1885 verhuisde het gezin naar Den Haag. Edward zat toen nog in de eerste klas, dus hij was in de eerste klas blijven zitten. Het is niet bekend waar Edward Richard zijn middelbareschoolopleiding vervolgde.
Verzet tegen een uitgestippelde toekomst
Edward Richard Jacobson was al op jonge leeftijd geïnteresseerd in de natuur. Het liefst wilde hij medicijnen studeren, maar zijn familie verwachtte dat hij als oudste zoon in het bedrijf van zijn vader ging werken, Jacobson Van den Berg. Dat was een van de grootste handelshuizen in Nederlands-Indië. Edward zou hier een paar jaar met veel tegenzin werken, tot hij besloot om zijn leven te wijden aan de studie van de natuur.
In de vroege jaren negentig van de negentiende eeuw reisde Edward waarschijnlijk een paar keer tussen Nederland en Nederlands-Indië, omdat hij volgens Indische bronnen al in 1893 in Semarang woonde, een stad aan de noordkust van Java. In 1895 verliet Edward Rotterdam definitief. Zeer tegen zijn zin ging hij aan het werk als procuratiehouder van Jacobson Van den Berg in Semarang.
Liefde voor de natuur
In Semarang begon zijn liefde voor de natuurstudie pas echt. In zijn vrije tijd onderzocht Edward de flora en fauna van Nederlands-Indië. Hij richtte zich vooral op de entomologie, de studie van insecten. Als hij thuiskwam van kantoor, gunde hij zich nauwelijks tijd voor bad en avondeten: hij sorteerde zijn insectencollectie bij de lamp, deed proefnemingen en correspondeerde met geleerden over de hele wereld.
Al snel specialiseerde Edward zich in de Indische tweevleugeligen (diptera), waaronder vliegen en muggen. Dankzij de gegevens van Edward kon professor De Meijere, de conservator van de entomologische afdeling van Artis, bijna duizend nieuwe soorten beschrijven.
Als hij tijd had, deed Edward ook onderzoek verder van huis. Zo bezocht hij in 1908 de Krakatau. Hij bracht verslag uit over de fauna die zich op dat eiland had ontwikkeld na de vulkaanuitbarsting van 1883. Ook onderzocht hij vleermuizen in Javaanse grotten. In de oerbossen verzamelde hij orchideeën, die hij thuis opkweekte en tot bloei bracht. De tekeningen van de bloemen stuurde hij naar de bekende orchideeënkenner Smith, die daardoor veel nieuwe soorten kon beschrijven.
In 1910 stopte Edward met zijn werk om zich volledig te kunnen richten op de natuurstudie. Hij was toen chef van Jacobson Van den Berg & Co in Semarang.
Nieuwe professie
Edward pakte zijn nieuwe professie serieus aan. Omstreeks 1912 richtte hij in Nederland het Zoölogisch Insulinde-Fonds op, dat financiële steun bood aan wetenschappelijk onderzoek naar de zoölogie in de Indische archipel en expedities in de Indische natuur. Jacobson, een bescheiden man, wilde niet dat zijn naam als stichter bekend zou worden. Tot zijn dood zou men zijn geheim bewaren.
Ondertussen was Edward al twee keer getrouwd. In 1898 trouwde hij met zijn eerste echtgenote, Marie Louise Catharine Campen. Zij kwam in 1907 te overlijden. In 1911 trouwde Edward opnieuw, nu met Lucie Jannet Kohn, een weduwe. In 1914 ging het echtpaar uit elkaar. Mogelijk had dit te maken met Edwards grote expeditie op Simaloer in 1913.
Trektocht op Simaloer
Gisterenavond verraste ons een geweldige stortbui, waardoor de tekortkomingen van mijn dakbedekking aan de dag kwamen: “Das Unzulängliche hier wird ‘s Ereignis”. De boomschors heeft door uitdroging talrijke scheuren gekregen; het lekte dan ook als een zeef. Aan alle kanten vielen druppels, goten straaltjes op mij neer. Gelukkig, dat er één droog plekje is, mijn veldbed, waarop, -onder en -in alles geborgen wordt wat geen water kan velen. Allereerst grijp je bij zo’n gelegenheid naar de petroleumlamp; gesprongen lampeglazen zijn in de rimboe door niets anders te vervangen. Dan komen mijn notitieboekjes, brieven, insectendozen, planten met vogel- en zoogdierhuiden aan de beurt om geborgen te worden. Vervolgens schiet er niets anders over dan mijn regenjas aan te trekken, mijn bamboehoed op te zetten en in gelatenheid, als Job op de mesthoop, het einde van de bui af te wachten.
Edward Richard Jacobson, 12 augustus 1913
In: Rimboeleven in Sumatra
In 1913 ging Edward maandenlang op expeditie op het eiland Simaloer, aan de westkust van Sumatra. Zijn assistent was jonkheer Willem Cornelis van Heurn, een zoöloog die goed was in het opsporen en prepareren van vogels en zoogdieren. Jacobson en Van Heurn ontmoetten elkaar in 1912 in Den Haag. Op de Waalsdorpervlakte oefenden ze in het opzetten van een tent en andere vaardigheden die handig waren voor hun expeditie.
Jacobson en Van Heurn trokken meer dan een half jaar over Simaloer en Sumatra en stuurden uiteindelijk 53 kisten met zoölogische verzamelingen naar Nederland. Uit de verslagen van hun expeditie bleek dat zij veel last hadden van het zeer natte klimaat van het eiland.
Erkenning
Inmiddels was Edward Richard Jacobson een zeer gewaardeerde amateurzoöloog. In 1916 werd hij benoemd tot corresponderend lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. In 1925 werd hij erelid van de Nederlandse Dierkundige Vereeniging en in 1928 werd hij erelid van de Nederlandse Entomologische Vereeniging. In 1932 promoveerde de Universiteit van Amsterdam hem tot eredoctor: doctor honoris causa. Vele dier- en plantensoorten zijn naar hem vernoemd, onder andere de gekko cnemaspis jacobsoni, de slang pseudoxenodon inornatus jacobsoni en de kikker philautus jacobsoni. Vermoedelijk draagt ook een aantal tweevleugeligen zijn naam.
Derde huwelijk en latere leeftijd
In 1919 vestigde Edward zich in Fort de Kock op Sumatra, het tegenwoordige Bukittinggi. Vandaaruit maakte hij nog veel expedities in de binnenlanden van Sumatra. In 1921 trouwde hij in Fort de Kock met Anna Secherling, die daar geboren was. Anna en Edward kregen twee kinderen, Max en Eleonora. Eleonora hielp haar vader bij het verzamelen van planten en paddenstoelen.
Op latere leeftijd kreeg Edward last van zijn ogen. Het lukte hem niet meer om zeer kleine dieren te prepareren, maar hij kon zijn trektochten nog vele jaren volhouden. Hij ging in Bandoeng wonen, waar hij in 1933 medeoprichter was van de dierentuin. Deze bestaat nog steeds. Edward was ook actief binnen het bestuur van de dierentuin. De Japanse invasie maakte een eind aan dit werk.
Op 29 december 1944 overleed Edward Richard Jacobson in het interneringskamp Halmaheira in Semarang. Ook zijn jongere broer Arthur zou hier sterven, op 18 juni 1945.
In het jaarboek van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen verscheen een Levensbericht.
Terra ei levis sit
Erasmiaan Tjalie Mangindaan onderzocht het leven van Erasmiaan Edward Richard Jacobson voor zijn profielwerkstuk.
Graag komen wij in contact met nabestaanden of verwanten van Edward Jacobson.