Gert de Zeeuw
Gert de Zeeuw (1917-1943)
Erasmiaan Berend ten Brink onderzocht het leven van Erasmiaan Gert de Zeeuw voor zijn profielwerkstuk.
Fragment uit de brief die Gert vanuit kamp Amersfoort of kamp Vught schrijft aan zijn verloofde Marietje Jonkmans
Wat wij doorgemaakt hebben, is werkelijk niet de moeite waard, vergeleken bij de beproevingen van anderen en in het kader van het heele werelddrama is het heelemaal niets. Wordt het niet erger dan het tot nu toe geweest is, dan komen wij er eerder gehard, dan kapot uit. — Als ik iets geleerd hoop te hebben, is dat juist wel, de werkelijkheid en de mensen te accepteren zooals zij zijn. Misschien is het dat ook, waardoor ik vrij van haat ben. Naast veel slechts en laags heb ik toch ook te veel goeds en ontroerends meegemaakt. (…)
Ook kan ik als het moet wel afstand doen, zo oneindig waardevol als het leven me nu is, was het mij toch nooit. Behalve de haat valt hier ook de eerzucht van je af: je bent daarvoor teveel verbonden met allen die lijden. —- Ik hoop zo tenminste iets van de kracht, die ons hier bezielt, duidelijk te hebben kunnen maken. In elk geval hoop ik in de toekomst aan de kant van de “zachte krachten” te kunnen staan, die de instandhouding van het leven en van de meest simpele levensvoorwaarden dienen.
Soms benijd ik Anne wel eens, die leeraar kan zijn. Leeraar Nederlands is in ieder geval iets heel zinvols: het doorgeven van de waarden, die in onze literatuur opgestapeld liggen. Ook dit is werken in de toekomst en wellicht het meest vruchtbare, wat ik op het oogenblik zou kunnen doen. Ik doe het nu hier al zo goed als het gaat, naar aanleiding van gedichten en ben dankbaar “schoonheids troost” te kunnen brengen als het eens erg moeilijk is.
Gerrit Huig de Zeeuw, roepnaam Gert, wordt geboren op 6 september 1917 in Rotterdam. Hij komt uit een gezin met drie kinderen: Jetske, Reinier en Gert. Gert is de jongste.
Gert, Jetske en Reinier in 1929. In dat jaar zitten zij alle drie op het Erasmiaans. Gert begint dat jaar in de eerste klas. De familie woont op de Schiebroekselaan 68.
Erasmiaans Gymnasium en Universiteit Leiden
Gert zit op het Erasmiaans van 1929 tot 1935. Hij gaat elk jaar over en doet eindexamen alpha. In zijn eindexamenjaar verhuist de familie naar Oegstgeest. In hetzelfde jaar, 1935, begint Gert met de studie Nederlandse Letteren aan de Universiteit Leiden. Tijdens zijn studie woont hij op het adres Vreewijklaan 4 in Leiden. Vermoedelijk was dit toen een studentenhuis. Op 7 juli 1938 staat in de Nieuwe Leidsche Courant dat Gert geslaagd is voor zijn kandidaatsexamen.
Politieke betrokkenheid
Tijdens zijn studietijd is Gert zeer politiek betrokken. Hij wordt voorzitter van de S.D.S.C., de Sociaal-Democratische Studenten Club. In 1939 mag Gert alle sociaal-democratische studentenclubs vertegenwoordigen bij het congres van de Socialistische Jeugd-Internationale in Rijssel, beter bekend als Lille (Noord-Frankrijk). De student Nederlands was goed onderweg om naam te maken in de politieke kringen, totdat de oorlog uitbrak.
Gert met zijn verloofde Marietje Jonkmans, bij het huwelijk van Gerts broer Reinier in 1938.
Verzet
Gert raakt betrokken bij het verzet via de Amsterdamse student Ad de Jonge. Gert had De Jonge leren kennen binnen de S.D.S.C. Na de capitulatie besluiten Gert en Ad samen met de studenten J. Mol (Leiden) en Pieter Noteboom (Groningen) een illegale krant uit te geven.
De titel van de verzetskrant is Uit de woestijn. Als student Nederlands is Gert de voornaamste auteur. Gert probeert het geestelijke verzet te versterken en spoort het Nederlandse volk aan om over partijtegenstellingen heen te stappen. Onderdrukking, geestesdwang en vervolging zullen volgens Gert de harten van de Nederlanders niet breken, maar juist hun levenskracht doen toenemen. Uit de woestijn verschijnt tweemaal per maand in een gestencilde oplage tussen de 500 en 7000 exemplaren.
De drang naar vernieuwing, naar een nieuwe orde, is groot, is onweerstaanbaar in deze tijd.
Fragment uit een politiek-idealistisch stuk van Gert de Zeeuw, gepubliceerd in de verzetskrant Uit de woestijn. Gert is een van de oprichters van deze krant.
Vrij Nederland en arrestatie
Gert de Zeeuw werkt ook mee aan Vrij Nederland. Deze verzetskrant wordt steeds bekender, maar dat zorgt ook voor bemoeienis van de Sicherheitspolizei. Bij de Hollandsche Lloyd, een rederij in Amsterdam, worden exemplaren van VN aangetroffen bij een verspreider van illegale bladen. Dit is het begin van het einde. In de maanden maart, april en mei 1941 arresteert de bezetter 65 leidende figuren van Vrij Nederland, Uit de woestijn, Nederland Vrij!, De schijnwerper en De vrije Nederlander.
Op 18 maart 1941 wordt Gerrit Huig de Zeeuw opgepakt door twee rechercheurs van de Sicherheitspolizei. Van juni 1942 tot november 1942 verblijft hij in het Oranjehotel. Gert zit in cel 546 en cel 501.
Tocht langs concentratiekampen
Voor veel gevangenen betekent het Oranjehotel het beginpunt van een lange tocht langs Duitse gevangenissen en vernietigingskampen. Zo ook voor Gert. In Utrecht zit hij vast in gevangenis Wolvenplein, oftewel de Deutsche Untersuchungs- und Strafgefängnis. De gevangenis was onder andere bestemd voor verspreiders van illegale lectuur. Door de cipiers worden lijfstraffen toegepast. Er zijn verhalen bekend over bewakers die gevangenen van de trappen duwen of ze in elkaar slaan met knuppels.
Daarna verblijft hij korte tijd in kamp Amersfoort. Vervolgens komt Gert terecht in kamp Vught, waar hij tot 13 maart 1943 zal verblijven. Op 14 maart 1943, bijna twee jaar na zijn arrestatie, komt Gert aan in kamp Neuengamme.
Overlijden in Neuengamme
Gert houdt het nog ruim een maand vol in dit verschrikkelijke kamp. Hij overlijdt op 18 april 1943 op 25-jarige leeftijd. Volgens de officiële overlijdensakte van Neuengamme is de doodsoorzaak een maag- en darmcatarre. Dat is een ontsteking van het slijmvlies van de maag of darm, meestal veroorzaakt door een bacterie of een virus. Dit kwam vaak voor in concentratiekampen door de slechte hygiëne. Het is echter niet zeker of Gert hier daadwerkelijk aan is overleden. Vaak werd er in de registratie maar wat opgeschreven, met de bedoeling om de erbarmelijke omstandigheden in het kamp te verhullen.
In een in memoriam dat in juli 1945 verschijnt in Het Vrije Volk herinnert Kees Rotmans zich Gerts “rustige en evenwichtige persoonlijkheid met de warme ogen” en “zijn beheerste stem, waarin zijn menselijkheid, zijn idealisme doortrilt”.