Het Erasmiaans Gymnasium en het Joods Lyceum (1941-1943)

Erasmiaan Ties Hoogeveen onderzocht het Joods Lyceum voor zijn profielwerkstuk. Anne Schram Ouweneel deed uitgebreid aanvullend onderzoek. 

In mei 1940 werd Nederland bezet door de Duitsers. Al snel nam de bezetter maatregelen tegen Joden. Zo moesten alle ambtenaren en onderwijzers een verklaring ondertekenen dat zijzelf, hun ouders of grootouders niet Joods waren. Drie docenten van het Erasmiaans konden deze ‘Ariërverklaring’ niet ondertekenen. In november 1940 werden zij ontslagen. Het ging om juffrouw De Beer, juffrouw Sanders en de heer Van Rees.

Tijdens de zomervakantie van 1941 ontving rector Pattist, de rector van het Erasmiaans Gymnasium, een brief van de gemeente Rotterdam. In de brief stond dat hij een lijst moest maken van alle leerlingen van het Erasmiaans, ten behoeve van “scheiding van Joodsche en niet-Joodsche kinderen.”

Deze brief ontving rector Pattist in de zomer van 1941. Joodse leerlingen mochten na de zomervakantie niet meer terugkeren op school. De maatregelen gingen al per 1 september in. Zo voorkwam de bezetter onrust: de Joodse leerlingen werden niet van school gehaald, maar ‘verdwenen’ tijdens de zomervakantie.

In de leerlingenadministratie van het Erasmiaans werd niet bijgehouden of iemand wel of niet Joods was. Maar in het Bevolkingsregister wel. Zo kon de bezetter de Nederlandse Joden vrij eenvoudig identificeren. Zij kregen daarbij hulp van Nederlandse ambtenaren.

Het gemeentebestuur ontving een geruststellende brief van het Departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming. In deze brief stond:

Met nadruk wensch ik erop te wijzen, dat het in de bedoeling ligt om de Joodsche kinderen in staat te stellen, het onderwijs, dat zij thans genieten, te vervolgen, zij het dan in afzonderlijke onderwijsinrichtingen.

Met andere woorden: het leek alsof het alleen ging om segregatie: het scheiden van Joden en niet-Joden. Over deportatie en vernietiging werd niet gesproken.

Op een blaadje noteerde rector Pattist de namen van de Joodse leerlingen die na de zomer van 1941 niet meer mochten terugkeren op het Erasmiaans. Van deze 25 leerlingen zijn er 14 vermoord.

Voor de Joodse gymnasium- en H.B.S.-leerlingen die hun eigen school moesten verlaten, richtte de gemeente het Joods Lyceum op. De school werd gevestigd in Kralingen, in een schoolgebouw waarvan de bovenste verdieping zwaar beschadigd was geraakt door het bombardement. Oud-leerling en Erasmiaan Arthur Trijbits omschreef de school als volgt:

De mistroostige school stond in een platgebombardeerde wijk aan de Speelmandwarsstraat.

Gezicht vanaf de Oostzeedijk richting de Oudedijk. Het gebied was verwoest door het Duitse bombardement van 14 mei 1940. In het gebouw links zou een jaar later het Joods Lyceum worden gevestigd.

De meeste Joodse leerlingen die het Erasmiaans moesten verlaten, gingen naar het Joods Lyceum Rotterdam. Daar troffen zij Joodse tieners uit de wijde omgeving: niet alleen uit Rotterdam, maar ook uit Gorinchem, Dordrecht, Oud-Beijerland en Gouda.

Dagboeken

Op het Joods Lyceum zaten twee meisjes die een dagboek bijhielden: Carry Ulreich en Esther van Vriesland. Beide dagboeken zijn gepubliceerd. Uit deze dagboeken weten we dat het schoolleven aanvankelijk gewoon doorging, met huiswerk, spreekbeurten en repetities. Er waren verliefdheden en plagerijen, er werden spiekbriefjes gemaakt en er werd hard gelachen om grapjes. In de pauze zaten de leerlingen te praten, te lezen, te tekenen of te schaken. Of ze wandelden naar de noodwinkels aan de Goudsesingel om iets lekkers te kopen. Soms was er een verjaardagsfeestje, een lezing of een muziekuitvoering.

Klassenfoto’s

In het schooljaar 1941/1942 werden er klassenfoto’s gemaakt op het Joods Lyceum. Alleen de klassenfoto’s van de derde klas lyceum en de vijfde klas gymnasium zijn bewaard gebleven. Op deze foto’s staan ook leerlingen die tot de zomer van 1941 op het Erasmiaans zaten. Deze foto’s maken duidelijk dat de geschiedenis van het Joods Lyceum deels óók de geschiedenis van het Erasmiaans is. De foto’s zijn gemaakt vóór 3 mei 1942, omdat de leerlingen nog geen gele davidsterren dragen.

Foto: Erven Simon Hornman

Dit is de derde klas lyceum van het Joods Lyceum. De klas van de dagboekschrijfsters Carry Ulreich (midden in de klas, met donkere blouse) en Esther van Vriesland (achter Victor van Vriesland, alleen haar voorhoofd is zichtbaar). De klas van Carry en Esther had vaak les samen met klas 3 gymnasium. In deze samengestelde klas zaten ten minste zes Erasmianen:

Victor Emanuel van Vriesland (voorste rij met bril, 1927-1943)
Samuel ‘Sam’ Bosman (op de voorste rij rechts, overleefde de oorlog)
Clara Haagman (in het midden met lichte coltrui, overleefde de oorlog)
Sonja de Jongh (staand voor de kast, rechts naast de docent, 1927-1943).
Rita Clara Bosman (links staand voor het raam, overleefde)
Joseph ‘Joop’ Slagter (nog niet geïdentificeerd, 1925-1942)

De klassenfoto komt uit de nalatenschap van Simon Hornman, te zien op de eerste rij, met voor zich op tafel een tas. Simon overleefde de oorlog.

Foto: Erven Mimi Trijbits

De 5e klas van het Joods Lyceum. Bijna alle geportretteerden komen van het Erasmiaans, ook de docent. V.l.n.r.:
Siem Kleinkramer (Erasmiaan, 1926-1943)
Jenny van Dantzig (1924-1943)
Hetty Wijler (oorlog overleefd)
Frits van der Laan (Erasmiaan, oorlog overleefd)
Daaf van Witsen (Erasmiaan, 1924-1942)
Eddy Heidt (Erasmiaan, oorlog overleefd)
Mundi Kindler (Erasmiaan, 1924-1943)
Herbert Cohen (Erasmiaan, 1925-1945)
Egon Stein (Erasmiaan, 1911-1943).

De negende leerling van deze klas was Wilhelmina Elisabeth ‘Mimi’ Trijbits, maar zij was op de dag van de klassenfoto niet op school. Mimi overleefde de oorlog; de klassenfoto komt uit haar nalatenschap.

Docenten

Het Joods Lyceum had vijftien docenten. Zeven van hen hadden een band met het Erasmiaans Gymnasium, hetzij als docent, hetzij als oud-leerling.

Veel docenten van het Joods Lyceum waren voor 1941 docent of oud-leerling van het Erasmiaans. Zittend, van links naar rechts:
Michiel Winkel (oud-leerling Erasmiaans, oorlog overleefd)
Matthijs van Rees (docent Erasmiaans, oorlog overleefd),
Mathilde H. Pool (oud-leerling Erasmiaans, 1907-1943)
Eva Sanders (docent Erasmiaans, 1901-1943)
Lenie (H.) de Beer (docent Erasmiaans, oorlog overleefd)
Israel Spanjar (1892-1943)
Simon Wijnberg (rector, oorlog overleefd)
Samuel Simon (Sally) Noach (oorlog overleefd).

Staand, van links naar rechts:
Elchanan (Egon) Stein (oud-leerling Erasmiaans, 1911-1943)
Joseph Gotlieb (oorlog overleefd)
Jacob Philip van Praag (oorlog overleefd)
Juda Joseph Vleeschhouwer (1903-1943)
Gabriël Emile de Groot (oud-leerling Erasmiaans, 1914-1944)
James Brandel (oorlog overleefd)
Emanuel Hamburger (1901-1945).

Steeds minder leerlingen

Bij de oprichting van het Joods Lyceum op 23 oktober 1941 telde de school 145 leerlingen. In februari 1942 was het leerlingenaantal opgelopen tot 150.

In juli 1942 begonnen de Duitsers met het deporteren van de Rotterdamse joden naar Westerbork – en vaak meteen door naar Auschwitz. Bij de eerste oproep werden 2000 Joodse Rotterdammers opgeroepen. Zij moesten zich melden bij Loods 24 aan de Entrepotstraat. Van hen meldden zich 1120 mensen. Drie dagen later was er een tweede transport. Hiervoor verschenen 800 van de 2000 opgeroepenen. Steeds meer joden doken onder of probeerden Nederland te ontvluchten. Voor het derde transport verschenen slechts 520 van de 2000 opgeroepenen.

In oktober 1942 zaten er door deportaties en onderduik nog maar 39 leerlingen op het Joods Lyceum. Eind maart 1943 waren er nog maar 12 leerlingen. In mei 1943 werd het Joods Lyceum opgeheven.

 

Anne Schram Ouweneel van Stichting Sanderling onderzoekt de leerlingen van het Joods Lyceum. Zij probeert alle 150 leerlingen van het Joods Lyceum te achterhalen aan de hand van dagboeken, leerlingenadministraties van Rotterdamse scholen, andere publicaties, archieven en online bronnen. Van elke leerling zoekt zij foto’s, verhalen en anekdotes, hoe summier ook. Op de website van Stichting Sanderling kunt u zien hoe u kunt helpen.